De constructie en het bestaande arsenaal van kwalitatieve en onderling verschillende ruimten van de brouwerstoren Tack worden behouden. De voorgestelde functiewijziging van dit industrieel pand tot een productiehuis vereist nochtans bijkomende ingrepen. Hierbij worden de ruimten, elk met hun eigen kwaliteit, ten volle benut en gevrijwaard van aantasting door secundaire functies of andere aanpassingen.
Een geconcentreerde ingreep, de toevoeging van een drie meter dikke schijf over de gehele breedte en hoogte van de Tacktoren, neemt deze functies op. Deze ingreep overstijgt het strikt functionele. Het gewijzigde voorkomen van de toren visualiseert de functieverandering.
De essentie van een productietoren blijft behouden. In het bijkomende volume bevinden zich de toegangstrap, de ruime transportlift en de sanitaire uitrusting. De schijf wordt de verticale foyer, die een onafhankelijk gebruik van de ruimten garandeert en die een uitbreiding of aanvulling van de activiteiten in de zalen kan opnemen.
Deze ingreep biedt een waaier van mogelijkheden om het kwalitatief gebruik van het gebouw te optimaliseren.
De huidige toestand van de locatie en haar omgeving (braakliggend, met achterkanten, blinde muren, industriële archeologie en restruimten) blijkt mede door de omvang en ligging van een terrein met stedelijke kwaliteiten en potenties, inspirerend en door de open ruimte zeer bepalend voor het hele bouwblok.
opdrachtgever
Stadsbestuur Kortrijk
locatie
Kortrijk, België
periode
1994-1999
procedure
opdracht
oppervlakte
1900 m²
budget
€ 1 500 000
team
Lieven Achtergael, Stéphane Beel, Isabelle Dierickx, Douglas Allard, Trice Hofkens, Pieter Jacobs, Hans Lust, Luc Reuse, Regis Verplaetse, Philippe Viérin
i.s.m.
Stéphane Beel (ontwerp architectuur), Guy Mouton (studie stabiliteit), Studiebureau Boydens (studie technieken)